Huurrecht
Inleiding
Voortzetting van de exploitatie van reeds gesloten vestigingen van Burger King formule op NS-stations onder raamhuurovereenkomst wordt afgewezen. Voldoende aannemelijk is dat bij de exploitatie van deze vestigingen dermate substantiële verliezen worden geleden, dat het voortzetten van de exploitatie offers vraagt van huurster die, alle omstandigheden in aanmerking nemend, in redelijkheid niet van haar gevergd kunnen worden. Meespeelt dat de exploitatie van alle vestigingen gezamenlijk zwaar verliesgevend is en dat uit de prognoses blijkt dat hierin op korte termijn geen verandering te verwachten is. De verplichting tot doorbetalen van huur wordt wel toegewezen.
Feiten
NS Stations is eigenaar van de stationsgebouwen en beheert en exploiteert deze. Tussen NS Stations en HMS Host Nederland B.V. is een Raamhuurovereenkomst gesloten op basis waarvan HMS Host in de van NS Stations gehuurde bedrijfsruimtes een fastfoodformule diende te exploiteren. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 10 jaar en loopt van 1 december 2015 tot en met 30 november 2025. Op dit moment ziet deze raamhuurovereenkomst nog op de huur en exploitatie van 15 Burger King restaurants op even zoveel stations.
HMS Host is medio 2023 met NS Stations in overleg getreden in verband met verliezen die zij lijdt bij de exploitatie van de restaurants. Ondanks meerdere gesprekken, hebben partijen geen afspraken over een oplossing kunnen maken. In oktober en november 2023 heeft HMS Host de Burger King vestigingen op stations in Haarlem, Hoorn en Alkmaar gesloten.
Vordering
NS Stations vordert in kort geding veroordeling van HMS Host om de gesloten Burger King vestigingen te heropenen en tot einde contractuur geopend te houden en om HMS Host te verbieden over te gaan tot het sluiten van één of meer andere vestigingen die onder de raamovereenkomst vallen. NS Stations voert daartoe aan dat:
o zij belang heeft bij haar vordering, omdat de sluiting van Burger King restaurants eraan bijdraagt dat het stiller en donkerder wordt op de stations, waardoor het gevoel van sociale veiligheid op de stations voor de reizigers afneemt;
o het lijden van verliezen behoort tot het ondernemersrisico van HMS Host die deel uitmaakt van een internationaal miljardenbedrijf, Autogrill, zodat zij als onderdeel van dat concern de verliezen ook wel kan dragen;
o zij er al meermalen bij HMS Host op heeft aangedrongen om op meerdere stations met bestelzuilen te gaan werken om de exploitatie weer winstgevend te maken, maar dat HMS Host dit advies niet heeft opgevolgd.
Beoordeling
De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling van de zaak voorop dat HMS Host op grond van de raamhuurovereenkomst gehouden is tot exploitatie van het gehuurde en dat tegenvallende resultaten van de exploitatie in beginsel voor rekening en risico van HMS Host als ondernemer-huurster komen. Maar dat wil niet zeggen dat van HMS Host onder alle omstandigheden gevergd kan worden om het gehuurde te blijven exploiteren. Het is vaste jurisprudentie dat een huurder er niet te allen tijde toe kan worden verplicht een verlieslatende onderneming te blijven exploiteren.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat op basis van de cijfers die HMS Host heeft gepresenteerd (waaruit volgt dat in 2022 en 2023 op de drie gesloten vestigingen een verlies is geleden van € 1.250.000,-) voldoende aannemelijk is geworden dat HMS Host bij de exploitatie van deze vestigingen dermate substantiële verliezen heeft geleden, dat het voortzetten van de exploitatie van haar offers vraagt die, alle omstandigheden in aanmerking nemend, in redelijkheid niet van haar gevergd kunnen worden. Daarbij speelt mee dat HMS Host voldoende onderbouwd heeft aangevoerd dat ook de exploitatie van alle vestigingen gezamenlijk zwaar verliesgevend is. De omstandigheid dat HMS Host over de periode 2015 t/m 2019 wel winst heeft gemaakt bij de exploitatie, zoals door NS Stations is aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Ook speelt volgens de voorzieningenrechter geen rol dat HMS Host onderdeel is van een groot internationaal concern, omdat zij haar eigen verliezen moet dragen.
Verder gaat de voorzieningenrechter voorbij aan het argument van NS Stations dat in de cijfers van HMS Host fouten zijn geconstateerd en dat deze cijfers niet zijn voorzien van een accountantsverklaring. Niet aannemelijk is dat HMS Host haar cijfers zou hebben gemanipuleerd om onder haar exploitatieverplichting jegens NS Stations uit te komen.
De voorzieningenrechter overweegt dat het zeer grote financiële belang van HMS Host zwaarder weegt dan het belang van NS Stations bij de sociale veiligheid op de stations. De vordering van NS Stations om HMS Host te veroordelen de door haar gesloten vestigingen te heropenen en de exploitatie daarvan actief voort te zetten zal dan ook worden afgewezen.
Ook het gevorderde verbod om andere vestigingen te sluiten wordt afgewezen, omdat deze vordering te veel ziet op een toekomstige situatie waarop in dit kort geding niet kan worden vooruitgelopen. De verplichting tot doorbetalen van huur wordt wel toegewezen. Partijen dienen hun eigen (proces)kosten te dragen omdat zij beiden op onderdelen in het (on)gelijk worden gesteld.
De uitspraak vindt u hier.