Sportrecht
Tegen een duivenliefhebber die lid is van de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie (NPO) is aangifte gedaan van het overtreden van meerdere reglementen van de NPO. Beklaagde wordt ten eerste verweten dat hij op 2 september 2022 duiven heeft vervoerd in/door het gebied waar op dat moment een vervoersbeperking gold vanwege de vogelgriep. Het tweede verwijt is dat beklaagde op 3 september 2022 op een lossingsplaats in Chimay (België) duiven heeft gelost zonder lossingsvergunning.
Beklaagde betwist de verwijten die hem in de aangifte worden gemaakt niet. Hij heeft erkend zijn duiven te hebben gelost op de losplaats te Chimay, maar voert aan dat het individueel africhten van duiven niet verboden is en gemeengoed is bij duivenliefhebbers aangesloten bij de NPO. Beklaagde heeft ook toegegeven dat hij zijn duiven heeft vervoerd door een gebied waarvoor een vervoersverbod gold. Hij meent echter daarmee pas de belangen van de NPO te schaden indien het vergrijp door een daartoe bevoegde instantie is vastgesteld en bestraft.
Naar het oordeel van de tuchtcommissie levert het overtreden van het vervoersverbod een overtreding op van artikel 13 lid 5 en lid 6 van de Statuten van de NPO. Door de overtreding van het vervoersverbod worden overige duivenliefhebbers - die zich wel aan de regels houden - benadeeld en wordt het vertrouwen in de NPO dat nodig is om in de onderhandelingen met overheden resultaten te boeken, ondermijnd.
De tuchtcommissie overweegt verder dat het Reglement Vervoer en Lossingen en het Losplaatsenbeleid geschreven zijn voor- en beperkt tot de georganiseerde (wed- en trainings)vluchten en niet van toepassing zijn op het individueel africhten door liefhebbers. Beklaagde heeft zijn duiven gelost als individu en niet in georganiseerd wed- of trainingsvlucht verband. Vanwege het voor hem geldende vervoersverbod kon hij namelijk niet regulier deelnemen aan de vanuit ‘zijn’ afdeling 8 georganiseerde wedvlucht met lossingsplaats Chimay. Omdat aldus van een georganiseerde wed- of trainingsvlucht waar beklaagde aan deelnam geen sprake is geweest, zijn het Reglement Vervoer en Lossingen en het Losplaatsenbeleid op de beklaagde verweten overtreding (t.w. het lossen van duiven zonder lossingsvergunning) niet van toepassing en kan overtreding van deze regels door beklaagde dus niet worden vastgesteld.
Beklaagde wordt nog verweten dat hij de verplichting om op wedvluchtdagen zijn duiven opgesloten te houden heeft geschonden. Artikel 192 van het Wedvluchtreglement 2021 bepaalt dat ieder Basislid tijdens de gehele duur van iedere wedvlucht georganiseerd door de eigen Basisvereniging, de eigen Afdeling en door andere wedvluchtorganiserende instanties binnen de eigen Afdeling, de duiven opgesloten houdt. Op de dag dat beklaagde zijn duiven in Chimay heeft gelost, was een wedvlucht georganiseerd door zijn eigen afdeling 8, met als lossingsplaats Chimay. Beklaagde nam daar niet officieel aan deel omdat hij zijn duiven vanwege het voor hem geldende vervoersverbod niet kon inkorven. Vanwege het plaatsvinden van deze door zijn afdeling georganiseerde wedvlucht had beklaagde zijn duiven op grond van het voor hem geldende Wedvluchtreglement moeten vasthouden. De tuchtcommissie stelt vast dat beklaagde deze verplichting heeft overtreden.
Het doelbewust omzeilen van regels die voor alle leden van de NPO gelden, om daarmee ten opzichte van de overige leden van de NPO die zich wel aan de regels houden, een voordeel te behalen, levert een schending op van de verplichting om zich eerlijk en sportief te gedragen. Dat rekent de tuchtcommissie beklaagde aan. Mede gelet op de precedentwerking en signaalfunctie van tuchtrechtelijke uitspraken dient een sanctie te worden opgelegd die gelet op de ernst van de verweten gedragingen passend en geboden is. De tuchtcommissie komt alles afwegende en mede rekening houdende met de lange tijd tussen de overtreding en de aangifte van deze zaak bij de tuchtcommissie tot een schorsing van het lidmaatschap van de NPO voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met ingang van de datum van deze uitspraak.
Voor de uitspraak klik hier